Drosera capensis, ook wel Kaapse zonnedauw, is een relatief makkelijk te houden vleesetende plant afkomstig uit Zuid-Afrika. Deze plant behoort tot het geslacht zonnedauw (Drosera), dat gekenmerkt wordt door haar kleverige tentakels op de bladeren waarmee insecten gevangen en verteerd worden. Door haar robuustheid en kleurrijke uiterlijk is ze populair onder zowel beginnende als ervaren liefhebbers van vleesetende planten.
De bladeren vormen een losse rozet en zijn lang, smal en variëren van groen tot rood afhankelijk van de hoeveelheid licht. Op de bladeren zitten talrijke fijnrode tentakels met druppeltjes kleverige vloeistof, wat het ‘dauweffect’ geeft waaraan de plant haar naam dankt. In de lente of zomer verschijnen vaak één of meerdere stengels met lila tot roze bloemetjes die zich achter elkaar openen.
Deze zonnedauw gebruikt haar tentakels niet alleen om te lokken, maar ook om prooien vast te houden zodra een insect vastplakt. De tentakels buigen langzaam naar het gevangen insect toe, zodat het binnen enkele uren volledig ingekapseld is. Met behulp van enzymen worden de voedingsstoffen uit het insect opgelost en opgenomen door het blad.
In het wild groeit deze soort in vochtige, zure veengronden in Zuid-Afrika, vaak op zonnige plekken waar weinig concurentie van andere planten is. Door haar wijde verspreiding en het feit dat ze gemakkelijk zaait, is deze zonnedauw momenteel niet bedreigd en hoeft zij niet speciaal beschermd te worden.
Het is een van de eenvoudigste vleeseters om te kweken en zij wordt wereldwijd in cultuur gebracht. De plant zaait zichzelf gemakkelijk uit, zelfs spontaan in nabijgelegen potjes. Zowel via zaad als via bladstek worden vlot nieuwe planten gevormd. Door haar geringe eisen en snelle groei is ze geschikt voor vensterbanken, minikassen of vleesetende plantenterraria.
Voor veel mensen is het verrassend dat deze soort ook binnenshuis bloeit en zaad zet. De bloemen zijn zelfbestuivend, wat betekent dat je gemakkelijk grote aantallen zaailingen kunt krijgen. Door deze eigenschap wordt ze zelfs gezien als enigszins ‘onkruidachtig’ onder vleesetende planten, wat precies het tegenovergestelde probleem is van veel andere soorten die juist moeilijk te behouden zijn in cultuur.
Deze zonnedauw houdt van veel licht. Plaats haar bij voorkeur op een vensterbank op het zuiden of onder groeilampen. Te weinig licht zorgt voor slappe groei en groene bladeren zonder rode tentakels. Bij veel direct zonlicht kan de plant mooi rood kleuren, maar laat haar langzaam wennen om bladschade te voorkomen.
Kamertemperatuur (18-24°C) is ideaal. In de zomer kan ze prima hogere temperaturen aan, mits ze voldoende vochtig staat. Korte dalingen tot 5°C worden meestal goed verdragen, maar langdurige koude wordt minder gewaardeerd.
Gebruik altijd regen- of gedemineraliseerd water, want kraanwater bevat voor haar schadelijke mineralen. Zet de pot in een onderschotel of bakje en houd de grond constant vochtig tot nat, zeker in de groeiperiode. In de winter mag het iets minder nat, maar laat de grond nooit volledig uitdrogen.
Gebruik een mengsel van veenmos (sphagnum), veen of hoogwaardige turf zonder toevoegingen, eventueel met wat grof zand of perliet. Gewone potgrond is ongeschikt vanwege de meststoffen én kalk.
Ze haalt haar voedingsstoffen voornamelijk uit gevangen insecten. Extra bemesting is niet nodig en zelfs schadelijk. Indien je haar huishoudelijk gebruikt, kun je af en toe een klein insect voeren, maar het is geen vereiste voor een gezonde plant.
Een hoge luchtvochtigheid (boven de 50%) is gunstig, doch bij voldoende vochtig substraat verdraagt ze ook onze kamerlucht goed. In erg droge lucht groeien de tentakels soms korter, maar ze overleeft dit doorgaans prima.
Er is geen strikte rustperiode nodig. In de winter kan de groei tijdelijk langzamer gaan, vooral bij lagere temperaturen en minder licht, waarbij de plant ook kleinere bladeren ontwikkelt. Zorg gewoon voor voldoende licht en vocht, dan blijft ze jaarrond mooi.
Oorzaak: Te veel direct zonlicht zonder geleidelijke gewenning.
Oplossing: Laat de plant langzaam wennen aan feller licht door haar geleidelijk langer bloot te stellen aan direct zonlicht.
Oorzaak: Te hard leidingwater of te hoge meststofconcentraties.
Oplossing: Gebruik alleen zacht (regen/gedemineraliseerd) water en geef geen kunstmest.
Oorzaak: Te weinig licht, vaak in de winter of bij plaatsing op het noorden.
Oplossing: Zet de plant op een lichtere plek of gebruik groeilampen.
Oorzaak: Te droge lucht, te weinig licht, of plant staat te nat.
Oplossing: Verbeter licht- en vochtcondities. Besproei bij heel droge lucht voorzichtig met zacht water, maar voorkom constante nattigheid op het blad.
Oorzaak: Slechte beluchting en te natte grond bij zaailingen.
Oplossing: Zorg voor betere ventilatie en een iets droger substraatoppervlak.
© 2025 Noorden.com. All rights reserved, unless otherwise stated.
Aantal planten in database: 23