Vleesetende planten

Drosera adelae (Adelae zonnedauw)

Missing alt text...

Algemeen

Drosera adelae is een bijzondere vleesetende plant afkomstig uit het noordoosten van Australië. Ze behoort tot de zonnedauwfamilie (Droseraceae) en staat bekend om haar gracieuze bladeren die bedekt zijn met kleine kleefdruppels, waarmee ze insecten vangt. Deze soort groeit vaak in schaduwrijke, vochtige regenwouden en verschilt hiermee van veel andere zonnedauwsoorten die juist van volle zon houden. In liefhebberskringen wordt ze gewaardeerd om haar aanpassingsvermogen en opvallende uiterlijk. Drosera adelae behoort tot de zogenaamde “Queensland sisters”, samen met Drosera prolifera en Drosera schizandra.


Uiterlijke kenmerken

Deze plant valt op door haar lange, smalle bladeren die zich vanaf een centraal punt uitspreiden en tot wel 20 centimeter lang kunnen worden. Op de bladeren bevinden zich talloze klierhaartjes die kleverige druppels afscheiden, glanzend als dauwdruppels in het licht. Deze druppels dienen om prooien te vangen. De bladeren zijn meestal frisgroen tot lichtrood, afhankelijk van licht en voedingsstatus. De plant vormt rozetjes, waaruit bij goede verzorging regelmatig nieuwe scheuten ontspringen.

Tijdens de bloeiperiode verschijnt een hoge stengel met felrode tot diep-oranje bloemen, die boven het bladerdek uitsteken. De bloei kan wekenlang aanhouden, zeker in een goed binnenklimaat of kasomgeving.


Levenswijze

De plant vangt kleine insecten met haar kleverige bladeren, waar de prooien aan blijven plakken. Vervolgens scheidt ze verteringsenzymen uit waarmee het insect wordt verteerd en belangrijke voedingsstoffen worden opgenomen. Dit compenseert de voedselarme omstandigheden waarin ze van nature voorkomt. De groei is doorgaans het sterkst in het voorjaar en de zomer. Deze Drosera-soort kan zich vegetatief voortplanten via worteluitlopers of jonge plantjes aan de wortelstokken.


Habitat en bescherming

In het wild groeit deze soort het liefst aan beekjes, riviertjes en op vochtige plekken in regenwoudgebieden in het noordoosten van Queensland. Ze staat daar vaak in een schaduwrijke, luchtvochtige omgeving. Door haar beperkte verspreidingsgebied en de toenemende druk op haar leefgebied is bescherming belangrijk. In de natuur geldt dat habitatverlies en veranderingen in het microklimaat bedreigingen vormen. In cultuur is deze plant gelukkig niet zeldzaam.


Cultivatie

Voor liefhebbers is deze zonnedauw goed binnenshuis of in een (verwarmde) kas te houden. Omdat ze het liefst in een hoge luchtvochtigheid en vrij constant warme omgeving staat, is ze uitermate geschikt voor terraria. Ze plant zich relatief makkelijk voort via wortelstekken. Ook kan ze spontane uitlopers vormen, wat de conversatie en collectievorming bevordert. Zaadopkweek is minder gebruikelijk, omdat meerdere planten nodig zijn voor zaadvorming.


Bijzonderheden

Een opvallend aspect is haar aanpassing aan schaduwrijke omstandigheden – ongebruikelijk binnen de vleesetende planten. Daarin verschilt ze duidelijk van de meeste andere Drosera’s die juist van felle zon houden. De bladeren worden roder onder sterker licht. Verder kan de plant zich razendsnel herstellen van beschadigingen en vormt ze vaak uitlopers, waardoor groepen ontstaan. Let erop dat ze gevoeliger is voor te sterke bemesting en harde wind dan andere soorten.


Verzorging

Licht

Geef haar halfschaduw tot gefilterd licht. Direct zonlicht verdraagt ze alleen als eraan gewend. Te veel fel licht leidt tot bladschade.

Temperatuur

Ideaal is een constante temperatuur tussen 18 en 28°C, 's winters liefst niet onder de 15°C.

Water

Gebruik uitsluitend regenwater, osmosewater of gedemineraliseerd water. Houd de grond altijd vochtig tot nat, bijvoorbeeld door de pot in een schotel water te zetten (schotelmethode).

Grond

Een mengsel van veenmos (Sphagnum) of veen (dode sphagnum) met een beetje perliet is geschikt. Gebruik nooit potgrond of bemeste aarde.

Voeding

Het vangen van vliegjes voorziet meestal in hun behoefte; meststof is schadelijk. Je kunt incidenteel heel kleine stukjes visvoer of dode fruitvliegjes geven, maar nooit teveel.

Luchtvochtigheid

Streef naar een hoge luchtvochtigheid (minimaal 60%, liefst hoger). Een terrarium is ideaal.

Rustperiode

In principe kent deze soort geen echte rustperiode, maar groei vertraagt vaak bij lagere temperaturen en kortere dagen. Bij mindere groei ‘s winters mag de grond iets minder nat, maar nooit droog zijn.


Veelvoorkomende problemen

Bladeren verkleuren of verbranden

Oorzaak: Te veel direct zonlicht zonder geleidelijke gewenning.
Oplossing: Laat de plant langzaam wennen aan feller licht door haar geleidelijk langer bloot te stellen aan direct zonlicht.

Bruine bladranden

Oorzaak: Te hard leidingwater of te hoge meststofconcentraties.
Oplossing: Gebruik alleen zacht (regen/gedemineraliseerd) water en geef geen kunstmest.

Slechte groei of geen ontwikkeling

Oorzaak: Te lage luchtvochtigheid of te weinig licht.
Oplossing: Plaats de plant in een (gesloten) terrarium of gebruik een luchtbevochtiger, bied voldoende gefilterd licht.

Slap hangende bladeren

Oorzaak: Te hoge temperatuur met te weinig luchtvochtigheid of uitdroging.
Oplossing: Zorg voor gelijkmatige warmte én luchtvochtigheid; controleer de watergift.

Geen of weinig vangst van insecten

Oorzaak: Te weinig voedsel of verkeerde luchtcirculatie (in afgesloten bakken zitten soms weinig insecten).
Oplossing: Zet de plant af en toe buiten (zomer), of geef af en toe een minuscuul beetje visvoer of fruitvlieg.


Missing alt text...

© 2025 Noorden.com. All rights reserved, unless otherwise stated.

Aantal planten in database: 23

Made with Baserow