Logo

Vleesetende planten

Plant photo
Thumbnail 1 Thumbnail 2 Thumbnail 3

Utricularia blanchetii

Algemeen

Utricularia blanchetii is een bijzondere vleesetende plant uit het geslacht van de blaasjeskruiden. Deze kleinblijvende soort komt van nature voor in delen van Brazilië, waar ze deel uitmaakt van natte graslanden en op rotsachtige bodems groeit. Door haar subtiele schoonheid en unieke vangmethode is ze geliefd bij kenners van vleesetende planten. De plant vangt haar prooien ondergronds met kleine blaasjes, waarmee ze zich onderscheidt van de bekende valmechanismen van bijvoorbeeld Alice’s zonnedauw of de spectaculaire vallen van de cobralelie.


Uiterlijke kenmerken

De plant blijft in de regel zeer klein en laag bij de grond. De bladeren zijn lintvormig en fijn, vaak in losse groepjes, variërend in kleur van lichtgroen tot diepgroen. Tijdens de bloeiperiode produceert ze opvallende, paarsroze tot lila bloemen die lijken op kleine orchideeën. De bloemen verschijnen aan een lange, dunne stengel en zijn relatief groot ten opzichte van het compacte loof. De vangblaasjes zijn onzichtbaar vanaf het oppervlak, omdat deze zich aan de wortels onder de grond bevinden.


Levenswijze

In tegenstelling tot de meeste bekende vleeseters, gebruikt dit plantje ingenieuze vacuüm-blaasjes om piepkleine diertjes uit het substraat te zuigen. De vangblaasjes genereren een onderdruk: zodra een minieme prooi het valmechanisme activeert, zuigt het blaasje razendsnel het diertje naar binnen. Zo voorziet de plant zichzelf van extra voedingsstoffen in relatief arme omgevingen.


Habitat en bescherming

Deze soort groeit vooral in het hoogplateau van Brazilië, vaak op zonnige plekken in nat, mineraalarm zand of op druppelende rotsen. Ze is specialist in microhabitats waar andere (niet-vleesetende) planten het lastig hebben. In het wild worden haar groeiplekken bedreigd door menselijk ingrijpen, zoals mijnbouw of waterbeheer. Bescherming van haar natuurlijke habitat is daarom belangrijk, al wordt de soort internationaal nog niet als ernstig bedreigd beschouwd.


Cultivatie

Als je haar thuis wilt houden, is het zaak de natuurlijke omstandigheden zo goed mogelijk na te bootsen. Utricularia blanchetii is namelijk gevoelig voor fouten in verzorging, maar wie haar weet te doorgronden wordt beloond met een bloeiende, actieve vleeseter. Ze doet het zelfs goed in paludaria of op een vensterbank die flink wat licht ontvangt.


Bijzonderheden

De ondergrondse vangblazen maken haar tot een fascinerende plant om te observeren met een vergrootglas of microscoop. In tegenstelling tot spectaculaire vallen als die van cobralelie treedt haar jachtgedrag verborgen onder het oppervlak op. Verder zijn de bloemen bij deze soort opvallend groot voor het geslacht en trekken ze bovendien insecten aan die de bevruchting verzorgen, zonder te worden gevangen.


Verzorging

licht

Deze blaasjeskruid houdt van veel helder, indirect licht. Direct zonlicht in de ochtend of vooravond wordt goed verdragen, maar midden op de dag kan het te intens zijn. Kunstmatig licht van groeilampen kan, mits het dag/nachtritme gerespecteerd blijft.


temperatuur

Lichte temperatuurschommelingen worden goed verdragen. Ideaal is 18–28°C overdag; ‘s nachts mag het iets frisser. In de winter is een lichte afkoeling welkom, maar vermijd vorst.


water

Gebruik uitsluitend regenwater of gedemineraliseerd water. Houd het substraat constant vochtig, zelfs licht drassig – het liefst via de schotelmethode. Laat de pot nooit uitdrogen.


grond

Plant haar in een mix van fijn, zuur turf (veenmos) en grof zand (bijvoorbeeld 2:1). Er moeten beslist géén meststoffen of kalk in het substraat aanwezig zijn; gewone potgrond is dus ongeschikt.


voeding

Extra voeding is zelden nodig. De plant haalt haar mineralen uit gevangen micro-organismen in het substraat. Geef absoluut geen kunstmest!


luchtvochtigheid

Een hoge luchtvochtigheid (minimaal 60%) wordt op prijs gesteld, zeker tijdens het groeiseizoen. Een afgesloten bak of terrarium is ideaal, maar goede ventilatie blijft noodzakelijk om schimmels te voorkomen.


rustperiode

Een uitgesproken rustperiode kent deze soort niet, maar bij lagere temperaturen en minder licht neemt de groei iets af. Blijf vochtig houden, maar iets minder dan in de zomer. Niet laten uitdrogen!


Veelvoorkomende problemen

Bladeren verkleuren of verbranden

Oorzaak: Te veel direct zonlicht zonder geleidelijke gewenning.
Oplossing: Laat de plant langzaam wennen aan feller licht door haar geleidelijk langer bloot te stellen aan direct zonlicht.


Bruine bladranden

Oorzaak: Te hard leidingwater of te hoge meststofconcentraties.
Oplossing: Gebruik alleen zacht (regen/gedemineraliseerd) water en geef geen kunstmest.


Slechte bloei

Oorzaak: Te weinig licht of verkeerde potgrond met voedingsstoffen.
Oplossing: Verplaats naar een lichtere standplaats en vervang het substraat door zuivere, voedselarme turf-zandmix.


Geen vangst van prooien

Oorzaak: Té schoon substraat of steriele omstandigheden.
Oplossing: Voeg wat levend veenmossubstraat toe of zet de pot in de buurt van ander natuurlijk plantmateriaal.