Logo

Vleesetende planten

Plant photo

Drosera rotundifolia

Algemeen

Drosera rotundifolia, oftewel ronde zonnedauw, is een karakteristieke vleesetende plant die vooral voorkomt op natte heidevelden, veengebieden en moerassen in Europa en Azië. De soort behoort tot het geslacht zonnedauw (Drosera) en staat bekend om haar kleine, ronde bladeren die bezet zijn met kleverige tentakels waarmee ze insecten vangt en verteert.


Uiterlijke kenmerken

Deze zonnedauw herken je meteen aan haar rozetvormige groeiwijze en bladeren die nauwelijks een centimeter groot worden. De blaadjes zijn rond en liggen bijna plat op de grond. Langs de bladrand staan roodachtige tentakels die voorzien zijn van druppeltjes kleverige vloeistof; dit lijkt net dauw in het zonlicht. De bloemen zijn wit tot lichtroze en groeien aan lange, sierlijke stengels die zich ver uitstrekken boven het bladrozet.


Levenswijze

Ze leeft voornamelijk van de vangst van kleine insecten zoals muggen en springstaartjes. De tentakels werken als mini-vervangers van handen: bij aanraking door een prooi buigen ze geleidelijk naar binnen, zodat het insect omsloten wordt. Met behulp van verteringsenzymen breekt de plant haar prooi af en neemt ze de vrijkomende voedingsstoffen op; een slimme strategie in voedselarme bodems.


Habitat en bescherming

Ronde zonnedauw groeit van nature op zonnige, zure veengronden, vaak met sphagnum-mos en veenpluis in de buurt. In Nederland en België staat de soort op de Rode Lijst, want verdroging en ontginning hebben haar leefgebieden sterk aangetast. In beschermde natuurgebieden is ze echter soms nog rijkelijk te vinden en diverse instanties werken mee om deze kwetsbare plant te behouden.


Cultivatie

Ondanks haar specifieke eisen is deze zonnedauw goed te kweken in pot of minivijver, mits je haar natuurlijke omstandigheden nabootst. Denk aan regenwater, een veenachtig substraat en veel licht. In terrariums of koude serres kan ze jarenlang overleven en zelfs bloeien.


Bijzonderheden

Wist je dat de ronde zonnedauw behoort tot de inheemse vleeseters van onze regio? Ze kan tientallen procenten van haar stikstof uit insecten halen – een indrukwekkende prestatie voor zo'n kleine plant! In tuinen en terraria helpt ze muggen op natuurlijke wijze bestrijden.


Verzorging

Licht

Deze zonnedauw houdt van een lichte standplaats met veel direct zonlicht. Buiten op een zonnige venrand of binnen achter een raam op het zuiden voelt ze zich het best thuis. Bij te weinig licht worden de bladeren langgerekt en verbleekt de roodachtige kleur.


Temperatuur

Veldplanten verdragen flinke kou en zelfs lichte vorst. In huis of kas is 10–25°C ideaal, maar in de winter mag ze gerust een koude periode meemaken. Temperaturen tot -10°C zijn doorgaans geen probleem als de wortelstok vochtig blijft.


Water

Geef uitsluitend regenwater of gedemineraliseerd water. Zet de pot in een schaaltje water van april tot en met september zodat de grond steeds vochtig blijft. In de winter de watergift wat verminderen, maar laat de wortelkluit nooit helemaal uitdrogen.


Grond

Gebruik een mengsel van wit veenmos (sphagnum) of levende veenmossen en ongekalkte, zure turfstrooisel zonder toegevoegde meststoffen. Vermijd normale potgrond, compost of kalkrijke materialen, want daar gaat ze van dood.


Voeding

Voed geen kunstmest! De plant haalt alles uit haar omgeving en vangt zelf prooien. Als je haar binnen houdt, kun je incidenteel kleine insecten zoals fruitvliegjes geven, maar meestal vangt ze zelf voldoende.


Luchtvochtigheid

Hoge luchtvochtigheid (50–80%) is ideaal, vooral bij onbewortelde stekjes of jonge zaailingen. Volwassen exemplaren zijn redelijk flexibel maar waarderen wel een niet te droge atmosfeer.


Rustperiode

Vanaf oktober wordt de groei langzaam minder en trekt de plant zich terug. Laat haar met rust, houd de grond vochtig en geef minder water: dit bootst de winter na. In het voorjaar verschijnen vanzelf weer verse, ronde blaadjes.


Veelvoorkomende problemen

Bladeren verkleuren of verbranden

Oorzaak: Te veel direct zonlicht zonder geleidelijke gewenning.
Oplossing: Laat de plant langzaam wennen aan feller licht door haar geleidelijk langer bloot te stellen aan direct zonlicht.


Bruine bladranden

Oorzaak: Te hard leidingwater of te hoge meststofconcentraties.
Oplossing: Gebruik alleen zacht (regen/gedemineraliseerd) water en geef geen kunstmest.


Slap of ‘uitlopen’ van het bladrozet

Oorzaak: Te weinig licht bij binnenteelt.
Oplossing: Zet dichter bij het raam of gebruik groeilampen met voldoende lichturen per dag.


Geen ‘dauw’ op de tentakels

Oorzaak: Te droge lucht of uitgedroogde grond.
Oplossing: Vernevel de plant lichte met regenwater en houd het substraat altijd vochtig.