

Drosera paradoxa
Algemeen
Drosera paradoxa is een opmerkelijke vleesetende plant die behoort tot het geslacht zonnedauw (Drosera). Deze soort komt van nature voor in de tropische gebieden van Noord-Australië en valt op door haar unieke groeiwijze en levendige uiterlijk. De plant staat bekend om haar bijzondere overlevingsstrategie: het vangen van kleine insecten met behulp van kleverige tentakelblaadjes. Dit geeft haar niet alleen extra voedingsstoffen in voedselarme bodems, maar zorgt ook voor een fascinerend schouwspel. In tegenstelling tot veel andere soorten zonnedauw, zoals Alice's zonnedauw, is deze soort vooral geliefd bij kenners vanwege haar variabele vormen en bijzondere cyclus van groei en rust.
Uiterlijke kenmerken
Deze zonnedauw vormt lange, slanke, opgaande stengels van soms wel 40 centimeter hoog. Bovenaan die stengels zitten de vangbladeren, bedekt met roodachtige tot zilverige tentakels voorzien van kleverige druppeltjes waarin prooien blijven vastzitten. Oudere bladeren verdorren onderaan, waardoor soms alleen het bovenste deel van de stengel actief insecten vangt. In ideale omstandigheden vertoont de plant een compacte rozetvorm, terwijl bij het ouder worden en onder drogere omstandigheden de stengelachtige groei de overhand krijgt. De bloemen zijn fijn en meestal wit of lichtroze, en verschijnen aan het eind van een lange bloemstengel.
Levenswijze
Deze soort vangt en verteert voornamelijk kleine insecten, zoals vliegjes en muggen. Na het landen blijven prooien kleven aan de tentakels, waarna de plant verteringssappen afscheidt om voedingsstoffen op te nemen. De soort past zich aan aan perioden van droogte door haar groei tijdelijk te stoppen en alleen de bovenste bladeren actief te houden. In de natuur wordt de overlevingsstrategie vaak gecombineerd met het sabbatjaar-achtige rustseizoen, waarin de plant minder water opneemt en er weinig groei zichtbaar is.
Habitat en bescherming
In het wild groeit deze zonnedauw op open, natte graslanden en seizoensgebonden overstroomde gebieden in het noorden van Australië; hierbij is de bodem zuur en arm aan voedingsstoffen. Veel van deze habitats worden bedreigd door landbouw, veeteelt en veranderingen in het waterbeheer. Hoewel deze soort nog niet direct wordt bedreigd, is het behoud van haar natuurlijke leefgebied essentieel.
Cultivatie
Het kweken van deze soort in huis of kas vereist een goed begrip van haar natuurlijke cyclus. Een natte, goed doorlatende, zure bodem en veel licht zijn noodzakelijk. Door haar snelle groei en bijzondere verschijning is de plant geliefd bij verzamelaars. Zaaien uit zaad is gangbaar, hoewel verse zaden een lichte koudebehandeling kunnen waarderen.
Bijzonderheden
Wat deze zonnedauw echt bijzonder maakt, is de flexibele levenswijze: ze wisselt makkelijk af tussen groei in compacte rozet en in langgerekte stengelvorm. Door deze aanpassing kan de plant overleven bij wisselende vochtigheidsniveaus, zoals die optreden in haar natuurlijke omgeving. Daarnaast onderscheiden de bloemen zich door hun fraaie maar bescheiden uitstraling.
Verzorging
licht
Plaats haar op een plek met zoveel mogelijk licht, bij voorkeur direct zonlicht. Ideaal is een zonnige vensterbank op het zuiden of een kas met veel daglicht. In de zomer kan buiten zetten ook, maar bouw de blootstelling aan vol zonlicht geleidelijk op.
temperatuur
Deze zonnedauw houdt van warmte: ideaal is een temperatuur tussen 20 en 35°C overdag. Bescherm haar tegen nachtvorst, want langdurige kou kan de groei ernstig vertragen.
water
Geef altijd alleen regenwater of gedemineraliseerd water. Houd de potgrond constant licht vochtig door de pot op een schotel met een laagje water te zetten; laat de bodem nooit helemaal uitdrogen.
grond
Gebruik een mengsel van veenmos (sphagnum), turf en grof zand of perliet. De bodem moet zuur, arm aan voedingsstoffen, maar wel luchtig zijn.
voeding
Extra bemesten is af te raden: deze plant haalt haar voedingsstoffen uit gevangen insecten. ‘Bijvoeren’ doe je alleen indien er geen insecten zijn; gebruik kleine gedroogde vliegjes of mugjes.
luchtvochtigheid
Een hoge luchtvochtigheid is gunstig, vooral in groeiperiodes: streef naar minstens 50-70%. In een kas of vensterbank kun je een schaaltje water bij de plant zetten. Vermijd tocht.
rustperiode
Na een groeiseizoen volgt meestal een rustperiode waarin minder water nodig is en de groei vrijwel stopt. Geef dan zeer spaarzaam water, maar voorkom dat de bodem compleet uitdroogt. Zet de plant iets koeler, maar nog wel licht.
Veelvoorkomende problemen
Bladeren verkleuren of verbranden
Oorzaak: Te veel direct zonlicht zonder geleidelijke gewenning.
Oplossing: Laat de plant langzaam wennen aan feller licht door haar geleidelijk langer bloot te stellen aan direct zonlicht.
Bruine bladranden
Oorzaak: Te hard leidingwater of te hoge meststofconcentraties.
Oplossing: Gebruik alleen zacht (regen/gedemineraliseerd) water en geef geen kunstmest.
Slechte groei of verlies van bladeren
Oorzaak: Onvoldoende daglicht of te lage temperaturen.
Oplossing: Verplaats de plant naar een lichtere en warmere locatie.
Geen dauwdruppels op de bladeren
Oorzaak: Te lage luchtvochtigheid of tocht.
Oplossing: Zorg voor meer luchtvochtigheid en zet de plant op een tochtvrije plek.
Schimmel of rotting aan de voet
Oorzaak: Te natte of slecht drainerende bodem, vooral tijdens de rustperiode.
Oplossing: Pas het water geven aan, zorg voor een luchtige, goed drainerende bodem en laat de grond deels opdrogen in rust.