


Drosera madagascariensis
Algemeen
Drosera madagascariensis, ook wel bekend als de Madagaskars zonnedauw, is een vleesetende plant afkomstig uit delen van Afrika, waaronder Madagaskar, Mozambique en Zuid-Afrika. Deze soort hoort tot het geslacht Drosera en staat bekend om zijn opvallende, verlengde stengels bezaaid met glinsterende tentakels die kleverige druppels afscheiden. Net als haar soortgenoten vangt en verteert zij kleine insecten om te overleven op voedselarme grond. In de hobby wordt ze gewaardeerd vanwege haar sierlijk uiterlijk en relatief eenvoudige verzorging.
Uiterlijke kenmerken
De Madagaskars zonnedauw onderscheidt zich door haar slanke, rechtopstaande stengels die tot 40 cm lang kunnen worden. De bladeren zijn smal, langwerpig en groeien spiraalsgewijs rondom de stengel. Elke bladzijde is bezet met roodachtige tentakels die glinsterende druppels afscheiden, vergelijkbaar met dauwdruppels. De bloemen zijn klein, lichtroze tot paarskleurig, en verschijnen bovenaan de stengel in verticale aren.
Levenswijze
Dit type zonnedauw benut haar kleverige bladeren om insecten te vangen. Wanneer een prooi landt op een van de tentakels, blijft deze vastplakken aan de kleverige stof. Vervolgens ombuigen nabijgelegen tentakels zich langzaam richting het slachtoffer, zodat de bladschijf het insect volledig kan omsluiten. Na vertering van het insect worden de vrijgekomen voedingsstoffen door de plant opgenomen, wat haar in staat stelt om te overleven op arme, zanderige grond.
Habitat en bescherming
Van nature groeit deze zonnedauw op zonnige veenmoerassen, langs oevers en natte graslanden met voedselarme, zure bodems. Hoewel de soort op sommige locaties nog algemeen voorkomt, is haar natuurlijke habitat kwetsbaar door drainage, landbouw en habitatverlies. In Afrika geniet deze plant enige mate van bescherming, maar in de hobby en plantenhandel is het belangrijk om alleen gekweekte exemplaren aan te schaffen.
Cultivatie
Gelukkig is deze vleeseter relatief gemakkelijk te kweken en wordt ze vaak aangeboden binnen de vleesetende plantenhobby. Zaaien en stekken zijn mogelijke vermeerderingswijzen, al vraagt de kieming van zaad enige geduld en mogelijk een koudeperiode. Voor een goede ontwikkeling zijn licht, constante vochtigheid en een arme, zure bodem van belang, net als het vermijden van overbemesting.
Bijzonderheden
Wat bijzonder is aan deze soort, is de verticale groeiwijze als rechtopstaande stengel, wat haar onderscheidt van de meeste andere zonnedauwsoorten die een rozet vormen. Dankzij deze groeiwijze kan ze boven concurrerende vegetatie uitsteken en zo meer zonlicht en prooien vangen. Verder is deze plant binnen beschutte ruimtes opvallend goed bestand tegen schimmels en plagen, mits de omstandigheden juist zijn.
Verzorging
licht
Ze verlangt veel helder, indirect zonlicht en verdraagt ook enkele uren direct zonlicht per dag. Bij te weinig licht worden de stengels lang en slap, terwijl levendige, rode tentakels duiden op voldoende lichtintensiteit.
temperatuur
Een gematigd warme omgeving doet haar goed. Overdag liggen ideale temperaturen tussen 20–28°C en 's nachts tussen 12–18°C. Hogere temperaturen worden goed verdragen mits de luchtvochtigheid toereikend is.
water
Gebruik uitsluitend regenwater, gedemineraliseerd water of osmosewater. De pot mag gerust enkele centimeters in een schotel met water staan; de bodem dient altijd vochtig tot nat te zijn. Geen kraanwater gebruiken vanwege het risico op zoutophoping.
grond
Een luchtig en zuur mengsel is het best: bijvoorbeeld 2 delen witveenmos (sphagnum) met 1 deel grof zand of perliet. Gebruik nooit universele potgrond of bemeste aarde.
voeding
Ze haalt haar voedingsstoffen uit gevangen insecten. Bemesting is overbodig en zelfs schadelijk. Wil je helpen, dan kun je eens per maand een klein fruitvliegje op een blad leggen, maar dit is meestal niet nodig.
luchtvochtigheid
Een luchtvochtigheid van minimaal 50% wordt op prijs gesteld, vooral bij lagere temperaturen of sterke zoninstraling. In de zomer is hogere luchtvochtigheid (tot 80%) optimaal voor gezonde groei.
rustperiode
Een uitgesproken rustperiode is niet strikt noodzakelijk, al kan de groei tijdens de kortere, koelere wintermaanden tijdelijk vertragen. Zet de plant dan wat koeler (ca. 10–15°C) en geef iets minder water, maar laat de grond nooit geheel uitdrogen.
Veelvoorkomende problemen
Bladeren verkleuren of verbranden
Oorzaak: Te veel direct zonlicht zonder geleidelijke gewenning.
Oplossing: Laat de plant langzaam wennen aan feller licht door haar geleidelijk langer bloot te stellen aan direct zonlicht.
Bruine bladranden
Oorzaak: Te hard leidingwater of te hoge meststofconcentraties.
Oplossing: Gebruik alleen zacht (regen/gedemineraliseerd) water en geef geen kunstmest.
Bladeren verdrogen of krimpen
Oorzaak: Te lage luchtvochtigheid of uitdrogende bodem.
Oplossing: Zorg voor voldoende water in de schotel en verhoog indien nodig de luchtvochtigheid rond de plant.
Bladrotten of schimmels
Oorzaak: Slechte ventilatie of te natte, compacte bodem.
Oplossing: Zorg voor goede luchtstroming, gebruik luchtige grond en pas eventueel watergift aan.