Drosera capensis var. alba
Algemeen
Drosera capensis var. alba, in het Nederlands ook bekend als Kaapse zonnedauw 'alba', is een bijzondere vorm van de vleesetende plantsoort uit Zuid-Afrika. Wat deze variëteit zo opvallend maakt, is de helderwitte kleur van de tentakels en slijmdruppels, in plaats van de gebruikelijke rode tinten bij de standaardvorm. Dit maakt haar geliefd bij zowel beginnende als ervaren liefhebbers van vleesetende planten.
Uiterlijke kenmerken
Deze zonnedauw is een compacte, overblijvende plant met smalle, langwerpige bladeren die in een rozet groeien. De bladeren zijn bedekt met talloze fijne haartjes (tentakels), bekroond met glinsterende, wit doorschijnende dauwdruppels. In tegenstelling tot de gewone Kaapse zonnedauw zijn deze tentakels niet of nauwelijks rood gekleurd. De plant produceert sierlijke, witte bloemetjes aan een lange, opgerichte bloemstengel. De volwassen plant bereikt doorgaans een hoogte van 15 tot 25 cm.
Levenswijze
Net zoals andere zonnedauwen maakt deze plant gebruik van haar kleverige bladoppervlak om kleine insecten te vangen. De verterende enzymen in de slijmlaag zorgen ervoor dat de voedingsstoffen uit de prooi worden opgenomen. Hierdoor kan de plant overleven op voedselarme, zure gronden waar andere plantensoorten het moeilijk hebben.
Habitat en bescherming
Van nature groeit deze variëteit in vochtige gebieden rond Kaapstad, Zuid-Afrika. Daar voelt zij zich thuis op zonnige, natte plekken, bijvoorbeeld in veenachtige graslanden of langs oevers. In het wild staat de soort onder druk door habitatverlies, maar in Europese of Nederlandse tuinen is ze probleemloos te cultiveren. Ze heeft geen speciale beschermde status, maar verantwoord omgaan met plantmateriaal blijft aan te raden.
Cultivatie
De alba-vorm is eenvoudig in cultuur te brengen uit zaad of door deling van de wortelstok. Door haar betrouwbaarheid en makkelijke verzorging is ze een populaire keuze voor in de vensterbank, kas of zelfs buiten op een beschutte plek in de zomer. De witte bloei en zuivere uitstraling zorgen voor een mooie afwisseling tussen andere vleesetende soorten zoals de cobralelie, Alice's zonnedauw en de triggerplant.
Bijzonderheden
Deze plant onderscheidt zich door het volledige ontbreken van rode pigmentatie in de tentakels en bloemen. Dit maakt haar een geliefd verzamelobject. Daarnaast is ze, in tegenstelling tot wat men soms denkt, net zo krachtig in het vangen en verteren van prooien als haar gekleurde verwanten. De bloemen zijn zelfbevruchtend, waardoor zaden makkelijk verkrijgbaar zijn.
Verzorging
Licht
Deze zonnedauw gedijt het beste bij veel licht. Plaats haar bijvoorbeeld voor een zonnig raam op het zuiden of onder sterke groeilampen. Vermijd echter direct middagzon zonder voorafgaande gewenning, om bladverbranding te voorkomen.
Temperatuur
Zomertemperaturen tussen 18-28°C zijn ideaal. In de winter is 5-15°C voldoende; een lichte koele rustperiode bevordert een gezonde groei, maar constante kamertemperaturen worden meestal ook goed verdragen.
Water
Gebruik altijd regenwater of gedemineraliseerd water. Zet de pot in een onderschotel met constant 1-2 cm water tijdens het groeiseizoen. Vermijd langdurig natte voeten in de winter om wortelrot te voorkomen.
Grond
Een luchtig mengsel van 2 delen veenmos en 1 deel grof zand of perliet werkt uitstekend. Geen potgrond of kalkrijke mengsels gebruiken.
Voeding
Meststoffen zijn niet nodig; integendeel, overschot aan voeding werkt schadelijk. Laat de plant zelf op insecten jagen, eventueel kun je kleine mugjes of fruitvliegjes bijvoeren als ze in huis staat.
Luchtvochtigheid
Een relatieve luchtvochtigheid van minimaal 50% is wenselijk, vooral bij warme temperaturen. Toch kan deze zonnedauw ook bij lagere luchtvochtigheid overleven, mits de wortels voldoende vochtig blijven.
Rustperiode
In de herfst en winter groeit de plant trager en mogen de waterhoeveelheden wat worden beperkt. Bladeren kunnen wat afsterven, dit is normaal. Zodra de dagen weer lengen, herstelt ze zich snel.
Veelvoorkomende problemen
Bladeren verkleuren of verbranden
Oorzaak: Te veel direct zonlicht zonder geleidelijke gewenning.
Oplossing: Laat de plant langzaam wennen aan feller licht door haar geleidelijk langer bloot te stellen aan direct zonlicht.
Bruine bladranden
Oorzaak: Te hard leidingwater of te hoge meststofconcentraties.
Oplossing: Gebruik alleen zacht (regen/gedemineraliseerd) water en geef geen kunstmest.
Slappe of rottende wortels
Oorzaak: Te natte voeten, vooral bij koude temperaturen.
Oplossing: Laat de schotel uitdrogen tussen de gietbeurten, of verplaats de plant naar een warmere plek tijdens de winter.
Geen dauwdruppels zichtbaar
Oorzaak: Te lage luchtvochtigheid of te weinig licht.
Oplossing: Verhoog de luchtvochtigheid rond de plant en plaats haar op een lichtere standplaats.
Met de juiste zorg en aandacht groeit deze prachtige variant uit tot een ware blikvanger in elke verzameling vleesetende planten!