Logo

Vleesetende planten

Plant photo
Thumbnail 1 Thumbnail 2

Cephalotus follicularis

Algemeen

Cephalotus follicularis, beter bekend als de Australische bekerplant, behoort tot de vleesetende plantenfamilie Cephalotaceae. Deze fascinerende soort is endemisch voor een klein gebied langs de zuidwestkust van Australië. Met zijn opvallende bekervormige vallen en grote aanpassingsvermogen is het een geliefde – maar pittige – plant voor de liefhebbers van vleeseters.


Uiterlijke kenmerken

Deze plant groeit als een lage rozet en produceert twee verschillende bladvormen: gewone bladeren voor fotosynthese en opvallende, gekleurde bekers die als vangstructuren dienen. De bekers variëren in hoogte van 2 tot 5 centimeter en hebben een groengele basis met donkerrode tot bijna paarse accenten aan de rand. Vooral het getande deksel en de harige rand maken de bekers bijzonder in het vleesetende plantenrijk. De planten kunnen kleine witgroene bloemetjes aan lange stelen maken, meestal buiten het bereik van hun eigen vallen.


Levenswijze

Cephalotus vangt kleine insecten met zijn bekers, die glibberig en met nectar aantrekkelijk gemaakt worden. Eenmaal binnen glijden prooien snel naar beneden in een reservoir met spijsverteringssappen. Hierdoor wordt de opname van voedingsstoffen verzekerd, iets wat de plant goed kan gebruiken in zijn voedselarme, zure natuurlijke omgeving. Deze vleeseter heeft een langzame groei en kan tientallen jaren oud worden.


Habitat en bescherming

In het wild komt dit plantje uitsluitend voor aan de zuidwestkust van West-Australië, waar het groeit in vochtige, turfrijke graslanden en langs natte duinranden. Door habitatverlies, het verzamelen van planten en veranderingen in het waterhuishouden is de soort kwetsbaar en op enkele plaatsen bedreigd. Bescherming van zijn natuurlijke leefomgeving is daarom essentieel. Legale teelt vanuit zaad helpt om de druk op wilde populaties te verminderen.


Cultivatie

Als je deze bekerplant in cultuur wilt brengen, zorg dan voor een goed afgebakende standplaats in een kas, terrarium of op een zonnige vensterbank. Kweek uit zaad vraagt veel geduld vanwege de trage kieming en groei. Weef je planten op tijd om, want overbevolking belemmert hun ontwikkeling. In tegenstelling tot veel andere insecteneters kan deze plant het goed doen op koele kamers.


Bijzonderheden

Deze Australische soort is de enige binnen het geslacht Cephalotus. De bekerplant ziet eruit alsof hij nauw verwant is aan de Amerikaanse bekerplanten (Sarracenia) of cobralelie, maar dat is niet het geval: de evolutionaire ontwikkeling van de vangbekers is een fraai voorbeeld van convergente evolutie. Cephalotus is bekend vanwege zijn compacte formaat, variabele kleuren en het feit dat je met geduld prachtige collecties kunt opbouwen.


Verzorging

licht

Licht is cruciaal voor een compacte groei en het verkrijgen van de kenmerkende rode bekerkleuring. Zet deze plant op een lichte plek, liefst met gefilterd zonlicht, maar vermijd intense middagzon zonder voorafgaande gewenning.


temperatuur

Houd overdag temperaturen tussen 15°C en 25°C aan. 's Nachts mag het wat kouder zijn; een lichte temperatuurdaling bevordert de gezondheid. Extreme hitte of kou worden slecht verdragen.


water

Geef alleen zacht water: regenwater of gedemineraliseerd water. Zet de pot in een ondiep schaaltje, maar laat het substraat nooit drijfnat worden. In de winter mag het wat droger.


grond

Gebruik een mengsel van levende of gedroogde veenmos, perliet en zand. Geen gewone potgrond! De wortels houden van zuur, luchtig en arm substraat.


voeding

Voeding uit insecten is doorgaans voldoende; nooit kunstmest geven. Af en toe mag je (in het groeiseizoen!) een klein, levend insect in een van de bekers plaatsen als de plant binnen staat.


luchtvochtigheid

Hoewel de plant wat drogere lucht aankan dan menig vleeseter, groeit hij beter bij 50-70% luchtvochtigheid. Vooral jonge planten waarderen wat hogere luchtvochtigheid.


rustperiode

In de winter vertraagt de groei aanzienlijk. Laat de grond dan wat meer opdrogen en zet je plant koeler (maar niet onder de 5°C). De bekers kunnen in deze periode deels bruin worden; dit is normaal.


Veelvoorkomende problemen

Bladeren verkleuren of verbranden

Oorzaak: Te veel direct zonlicht zonder geleidelijke gewenning.
Oplossing: Laat de plant langzaam wennen aan feller licht door haar geleidelijk langer bloot te stellen aan direct zonlicht.


Bruine bladranden

Oorzaak: Te hard leidingwater of te hoge meststofconcentraties.
Oplossing: Gebruik alleen zacht (regen/gedemineraliseerd) water en geef geen kunstmest.


Bekers verwelken of verdrogen te snel

Oorzaak: Te droge lucht of te weinig water.
Oplossing: Verhoog de luchtvochtigheid en houd het substraat licht vochtig.


Geen nieuwe bekers, alleen gewone bladeren

Oorzaak: Onvoldoende licht of voedselarme omstandigheden.
Oplossing: Geef meer licht (maar langzaam opbouwen!) en zorg dat de plant af en toe een insect kan vangen.


Rot aan wortels of bodemdeel

Oorzaak: Doorweekt substraat of slechte afwatering.
Oplossing: Zorg voor luchtig substraat en geef geen water als de bovenste laag nog vochtig is.