#Nepenthes #Alata
Nepenthes alata is een tropische vleesetende plant uit de familie Nepenthaceae, afkomstig uit de Filippijnen. Deze soort behoort tot de zogenaamde bekerplanten en is een van de bekendere Nepenthes-soorten in de hobby wegens haar sierlijke bekervormige vallen, groeikracht en relatieve eenvoud in cultuur. De naam 'alata' betekent 'gevleugeld' en verwijst naar de kenmerkende vleugelvormige ribben langs de beker.
De plant valt op door haar lange, smalle, glanzende groene bladeren die uitlopen in een rank. Aan het uiteinde van deze rank ontwikkelt zich een kenmerkende beker (val), een buisvormige structuur in kleuren variërend van lichtgroen tot roodbruin, soms met bijzondere tekening of gespikkelde patronen. Volgroeide bekers kunnen tussen 10 en 25 cm lang worden en zijn voorzien van een deksel dat als regenkap dient tegen verdunning van het spijsverteringssap. Naast de opvallende bekers zijn ook de ranken en de buitenrand (peristoom) opvallend doordat zij vaak dieprood gekleurd zijn.
Deze vleeseter vangt en verteert vooral insecten, die worden aangetrokken door nectar langs de rand van de bekers en de kleurrijke patronen. Eenmaal uitgegleden in de beker verdrinken de prooien in de vloeistof en worden ze vervolgens afgebroken door enzymen. De voeding uit deze prooien wordt aangevuld met nutriënten die de plant niet uit haar meestal arme bodem haalt. Bloei vindt doorgaans plaats op wat oudere planten, waarbij onopvallende, meestal eenhuizige bloemen aan een lange steel worden gevormd.
In het wild groeit deze bekerplant vooral als epifyt of terrestrisch in bergbossen en op hellingen tussen 500 en 1900 meter hoogte op de eilanden Luzon, Mindanao en Samar. Ze verankert zich vaak op mosachtige, vochtige bodems of in spleten van bomen, waar een koel, vochtig microklimaat heerst. Habitatverlies door ontbossing en landbouw vormt een bedreiging, al behoort de soort niet tot de ernstigst bedreigde Nepenthes; bescherming van haar leefgebied is wel noodzakelijk voor langdurig behoud.
Door haar aanpassingsvermogen en sierlijke bekers is Nepenthes alata populair bij liefhebbers. Ze is relatief eenvoudig te houden bij geschikte omgevingsomstandigheden. Vermeerdering gebeurt doorgaans via stek of zaai; stekken nemen snel wortels in vochtige sphagnummos en met voldoende warmte. Planten zijn beschikbaar bij gespecialiseerde kwekerijen en botanische tuinen.
Deze soort is bekend om de variabiliteit in bekervorm en -kleur, afhankelijk van habitat en populatie. Er zijn ondersoorten en natuurlijke hybriden bekend. Soms worden andere bekerplanten ten onrechte onder de naam ‘alata’ verhandeld; bijvoorbeeld Nepenthes × ventrata, die veel op alata lijkt maar een kruising betreft. De soort wordt vanwege haar robuustheid vaak aanbevolen als instapmodel voor geïnteresseerden in bekerplanten.
Deze vleesetende plant verlangt veel licht maar prefereert helder gefilterd zonlicht: ochtend- of avondzon is ideaal. Direct felle middagzon kan schade veroorzaken.
Een temperatuurbereik van 18-28°C overdag en 12-20°C ‘s nachts is optimaal. Hoge temperaturen gecombineerd met lage luchtvochtigheid kunnen groeistagnatie en verdorring van de bekers veroorzaken.
Altijd regenwater, osmosewater of demiwater gebruiken. De potgrond mag constant licht vochtig blijven zonder volledig doorweekt te raken. Laat de pot nooit in stilstaand water staan.
Een luchtig, zuur mengsel van 1 deel levend sphagnummos, 1 deel fijnschors en eventueel wat perliet of grove kokosvezel zorgt voor ideale wortelbeluchting en vochtbufferring.
Biedt voldoende voedsel door de plant buiten neer te zetten (zomer) of incidenteel kleine insecten zoals fruitvliegen te voeren. Geen reguliere meststoffen gebruiken, aangezien deze het wortelstelsel kunnen beschadigen.
Een relatieve luchtvochtigheid van 60% of hoger wordt op prijs gesteld, zeker voor het vormen van mooie, grote bekers.
Nepenthes alata kent geen uitgesproken rustperiode, maar doet het in de winter minder uitbundig. Iets lagere temperaturen en minder water zijn dan voldoende.
Oorzaak: Te veel direct zonlicht zonder geleidelijke gewenning.
Oplossing: Laat de plant langzaam wennen aan feller licht door haar geleidelijk langer bloot te stellen aan direct zonlicht.
Oorzaak: Onvoldoende luchtvochtigheid of onregelmatige watergift.
Oplossing: Verhoog de luchtvochtigheid met een luchtbevochtiger of door regelmatig te sproeien, en zorg voor een constant vochtig substraat.
Oorzaak: Te weinig licht, te droge lucht, oude plant of te veel bemesting.
Oplossing: Verbeter lichtomstandigheden, verhoog luchtvochtigheid, geef geen reguliere mest en verwijder oude of zieke delen.
Oorzaak: Te natte grond of slechte drainage.
Oplossing: Pas watergift aan, vervang te compacte grond door een luchtiger mengsel en zorg voor afvoer van overtollig water.
Oorzaak: Te droge lucht of slechte luchtcirculatie.
Oplossing: Verhoog luchtvochtigheid en verwijder ongedierte met een zachte straal water of gebruik veilige, vleesetende-plantvriendelijke bestrijdingsmiddelen.
Copyright © 2025 Noorden.com, unless indicated otherwise.
Aantal planten in database: 22