Algemeen

Drosera capensis 'Alba' is een aantrekkelijke en relatief gemakkelijk te houden vleesetende plant afkomstig uit Zuid-Afrika. Deze ondersoort van de zonnedauw is geliefd bij beginners en gevorderde liefhebbers vanwege de robuuste groei, haar mooie witte tentakels en het vermogen om een breed scala aan kleine insecten te vangen. Het woord ‘Alba’ verwijst naar de ‘witte’ vorm; in tegenstelling tot de klassieke soort heeft deze variant heldere, groene bladeren, kleurloze (witte) tentakeldruppels en witte bloemen, waardoor ze zich duidelijk onderscheidt.

---

Uiterlijke kenmerken

Een kenmerkend uiterlijk vormt het eerste wat opvalt bij deze cultivar. De plant vormt langwerpige, smalle bladeren van ongeveer 10 tot 25 centimeter lang. Deze bladeren zijn bezet met fijne haren (tentakels) die elk bekroond zijn met glinsterende druppeltjes. In tegenstelling tot de standaard soort zijn deze tentakeldruppels vrijwel kleurloos in plaats van rood en lijken ze witachtig te glanzen, wat resulteert in een lichtere, frisse uitstraling.

De plant vormt vaak meerdere rozetten – dichte clusters van bladeren vanuit het hart van de plant. ’s Zomers produceert zij lange bloemstengels met enkele tot tientallen elegante witte bloemen. De bloemen openen zich meestal één voor één en zijn vaak kortstondig, maar opvallend sereen.

---

Levenswijze

Als actieve jager gebruikt deze zonnedauw haar kleverige tentakels om kleine insecten te vangen. De glinsterende druppeltjes trekken prooien aan, die vervolgens vast blijven plakken. Na vangst buigen omliggende tentakels naar de prooi, om deze zo goed mogelijk te omsluiten. Verteringssappen worden afgescheiden, waarmee voedingsstoffen uit het lichaam van de prooi gehaald worden. Dit proces levert waardevolle voedingsstoffen op in de voedselarme omstandigheden waarin de plant normaal groeit.

De levenscyclus is niet strikt afhankelijk van een rustperiode, maar een lichte winterrust bevordert gezondheid en bloei. Tijdens de rust vertraagt de groei zichtbaar, maar in het groeiseizoen vormt de plant actief nieuwe bladeren en bloemen.

---

Habitat en bescherming

Van nature groeit deze soort op de zuidoostelijke Kaap van Zuid-Afrika. Haar natuurlijke omgeving bestaat uit vochtige, zure veenbodems op open plekken langs beekjes en in moerassen. Hier is de luchtvochtigheid hoog, de grond arm aan voedingsstoffen en is de plant blootgesteld aan veel zonlicht. Dergelijke biotopen zijn gevoelig voor uitdroging en kunnen bedreigd worden door menselijke activiteit; desalniettemin is Drosera capensis als soort niet zeldzaam in het wild.

De plant wordt wereldwijd gekweekt; waardoor bescherming door kwekerijen de wilde druk beperkt en instandhouding van de soort rendabel maakt.

---

Cultivatie

Door haar aanpassingsvermogen en relatief snelle groei is deze ondersoort zeer populair in de hobby. De witte variant wordt apart vermeerderd om haar unieke kenmerken te behouden. Dat kan zowel via zaad als stekken (bladstek, wortelstek) en zelfs via weefselkweek. Zaden kiemen eenvoudig, vaak binnen enkele weken bij constante vochtigheid en warmte. Houd bij het kweken rekening met kruisingen met de standaard Capensis; alleen herhaalzaai uit ‘Alba x Alba’ levert zuivere, witte nakomelingen.

Kweekmethodes variëren van open potten in vensterbanken tot grote terraria en tuinkassen. De plant is zowel solitair als groepsgewijs (in grotere potten of bakken) te houden.

---

Bijzonderheden

Deze bijzondere ondersoort is een van de weinige zonnedauwen die volledig ontbreekt aan rode pigmenten, zelfs bij intense zon. Dat maakt haar interessant voor verzamelaars die zoeken naar subtiele kleurcontrasten. Ook trekt zij minder aandacht van sommige plagen die op felrode pigmenten afkomen.

Witte bloemkleur is een zeldzaamheid bij Drosera; dit wordt door liefhebbers zeer gewaardeerd. Bovendien kent ‘Alba’ een zeer lange bloeiperiode, die soms maanden achtereen kan duren, waardoor consistent zaad geproduceerd wordt.

---

Verzorging

Licht

Veel (indirect) zonlicht is wenselijk, liefst minstens 4-6 uur per dag. Direct zonlicht wordt meestal goed verdragen, mits daaraan langzaam gewend. Een vensterbank op het oosten of westen is ideaal; op het zuiden is enige bescherming gewenst bij felle zomerzon.

Temperatuur

Groeit optimaal bij temperaturen tussen de 15 en 25°C. In de zomer mag dit wat hoger uitvallen, zolang de luchtvochtigheid voldoende blijft. ‘s Winters voorkeur voor koele nachten tot ca. 5°C, maar ook op kamertemperatuur houdt zij vol.

Water

De voorkeur gaat uit naar regenwater, demiwater of omgekeerde osmosewater; kraanwater is uit den boze door mineralen en kalk. Houd de potgrond altijd vochtig, liefst door de pot in een laagje water (tray-methode) te zetten, vooral tijdens het groeiseizoen. Laat de grond niet opdrogen!

Grond

Gebruik uitsluitend arme, zure mengsels zonder voeding. Beste resultaten met 1 deel veenmosveen (sphagnumveen) en 1 deel grof zand of perliet. Gebruik nooit normale potgrond of bemeste grond, die is dodelijk voor de wortels.

Voeding

Vliegen en andere kleine insecten voorzien in de voedingsbehoefte; extra bemesting is niet nodig en zelfs schadelijk. Heeft de plant geen toegang tot insecten, dan kan incidenteel eenmaal per maand een minieme hoeveelheid zeer verdunde orchideeënmest op de bladeren gesprayd worden, maar dit is optioneel.

Luchtvochtigheid

Luchtvochtigheid mag variëren van 40–80%. Drosera capensis ‘Alba’ is tolerant, maar groeit sneller bij hogere waarden. Een open terrarium, kasje of een schotel water onder de pot vergemakkelijkt dit.

Rustperiode

Een uitgesproken rustperiode is niet vereist, maar bij lagere wintertemperaturen vertraagt de groei zichtbaar. Zet koel weg (5–10°C, minder water) voor een paar maanden om bloei en gezonde groei te stimuleren, maar noodzakelijk is het niet.

---

Veelvoorkomende problemen

Bladeren verkleuren of verbranden

Oorzaak: Te veel direct zonlicht zonder geleidelijke gewenning.
Oplossing: Laat de plant langzaam wennen aan feller licht door haar geleidelijk langer bloot te stellen aan direct zonlicht.

Plant groeit slecht of stagneert

Oorzaak: Onjuiste grondsoort of kraanwatergebruik.
Oplossing: Gebruik zuiver veenmos/perliet-mengsel en geef uitsluitend zacht water.

Geen kleverige druppeltjes

Oorzaak: Te droge lucht of watergebrek.
Oplossing: Verhoog de luchtvochtigheid en controleer of de potgrond altijd vochtig blijft.

Bruine of zwarte bladpunten

Oorzaak: Te hoge zoutconcentratie in de grond, meestal door kalkrijk water of bemesting.
Oplossing: Spoel de grond met zacht water of verpot in verse, schone veengrond.

Geen bloei

Oorzaak: Te weinig licht, geen koele rustperiode of te jonge plant.
Oplossing: Verhoog lichtintensiteit en bied desgewenst een koele winterperiode aan.

---