Algemeen

Drosera Adelaide, ook wel Adelaide zonnedauw genoemd, is een vleesetende plant uit het geslacht Drosera bestaande uit meer dan 194 soorten zonnedauw. Deze plant is genoemd naar de regio Adelaide in Zuid-Australië, waar zij in het wild voorkomt. Door haar bescheiden formaat, bijzondere groeivorm en aantrekkelijkheid voor zowel beginnende als ervaren verzamelaars heeft deze soort een vaste plek verworven in de wereld van de carnivore planten.

---

Uiterlijke kenmerken

Kenmerkend voor deze zonnedauw zijn haar lang smalle, lijnvormige bladeren, vaak in een rozet van 10 tot 20 centimeter diameter. De bladeren zijn bedekt met rode tentakels die bij daglicht glinsteren door de kleverige druppeltjes waarmee prooidieren aangetrokken en gevangen worden. De kleur van het blad varieert van helder groen tot diep rood, afhankelijk van de hoeveelheid licht en de gezondheid van de plant. Tijdens het groeiseizoen ontwikkelt de plant meerdere stelen met uitbundige roze tot lila bloemen, die boven het bladoppervlak uitsteken.

---

Levenswijze

Als carnivoor vangt deze zonnedauw kleine insecten zoals muggen, fruitvliegjes en mieren. De lokstof, een zoet ruikend slijm, trekt de prooien aan. Na aanraking krult het blad langzaam om de buit heen en verteert het insect door uitscheiding van enzymen. Hierdoor verkrijgt de plant essentiële voedingsstoffen zoals stikstof, die schaars is in haar natuurlijke habitat.

---

Habitat en bescherming

Deze soort is endemisch voor Zuid-Australië, vooral omgeving Adelaide, waar ze groeit in zanderige, soms moerassige grond bij bossen, heidevelden en langs beekjes. De natuurlijke habitat wordt echter bedreigd door verstedelijking en veranderingen in waterbeheer, waardoor wilde populaties afnemen. Hoewel Drosera adelae in cultuur niet zeldzaam is, zijn beschermingsmaatregelen van belang om de soort in het wild te behouden.

---

Cultivatie

De plant wordt wereldwijd gekweekt door hobbyisten vanwege haar aanpassingsvermogen aan huiselijke omstandigheden en decoratieve waarde. Zowel via zaad, bladstekken als wortelstekken is vermeerdering mogelijk. Zaailingen groeien relatief vlot en zijn over het algemeen eenvoudig op te kweken onder kunstlicht of op een lichte vensterbank.

---

Bijzonderheden

In tegenstelling tot veel andere zonnedauwsoorten, presteert deze plant uitstekend bij iets lagere lichtintensiteit, waardoor ze een goede kandidaat is voor binnenkweek zonder direct felle zon. Bovendien vertoont ze minder uitgesproken rustperiodes en blijft ze doorgaans het hele jaar door actief, mits ze onder warme en vochtige omstandigheden gehouden wordt.

---

Verzorging

Licht

Halfschaduw of verspreid licht wordt goed verdragen. Direct zonlicht mag, indien stapsgewijs opgebouwd, maar bij voorkeur gefilterd licht. Te weinig licht leidt tot lange, dunne bladeren en minder rode kleur.

Temperatuur

Overdag 18-28°C, 's nachts 10-18°C. Geef bescherming tegen tocht en grote temperatuurschommelingen.

Water

Gebruik uitsluitend zacht, bij voorkeur regen- of gedestilleerd water. Houd de grond constant vochtig, maar voorkom dat de wortels langdurig in het water staan (geen diepe schotelcultuur).

Grond

Mengsels van veenmos en perliet, zonder kalk of kunstmest. Hydroponische toepassingen zijn mogelijk, mits goed belucht.

Voeding

Bemesting is overbodig, extra voeding uit insecten is ruim voldoende. Overbemesting schaadt de wortels en kan de plant doden.

Luchtvochtigheid

Ideaal is 50%-70%. Bij lagere waarden kan de plant uitdrogen of minder kleverige druppeltjes vormen.

Rustperiode

Hoewel veel zonnedauwsoorten een duidelijke winterrust kennen, groeit deze plant onder warme omstandigheden vaak gewoon door. Bij lagere temperaturen kan de groei wel wat vertragen.

---

Veelvoorkomende problemen

Bladeren verkleuren of verbranden

Oorzaak: Te veel direct zonlicht zonder geleidelijke gewenning.
Oplossing: Laat de plant langzaam wennen aan feller licht door haar geleidelijk langer bloot te stellen aan direct zonlicht.

---

Groeistilstand of bladverlies

Oorzaak: Plotselinge temperatuurdalingen, te natte of te droge grond.
Oplossing: Zorg voor stabiele temperaturen en voldoende luchtvochtigheid; controleer het substraat op vochtberoerte en pas watergift aan.

---

Plakkerige druppels verdwijnen

Oorzaak: Te droge lucht of water met hoge hardheid.
Oplossing: Verhoog de luchtvochtigheid en geef uitsluitend regen- of gedestilleerd water.

---

Bladpunten worden bruin

Oorzaak: Opstapeling van zouten of chemicaliën in het substraat, meestal door verkeerd watergebruik.
Oplossing: Spoel het substraat door met zacht water en vermijd gebruik van leidingwater.

---

Geen of weinig bloei

Oorzaak: Te weinig licht of verkeerde temperaturen.
Oplossing: Zet de plant lichter en zorg voor voldoende dagelijkse schommelingen in temperatuur.

---